Er moeten meer woningen in groen komen. Want hoewel een merendeel van de Nederlanders de voorkeur heeft voor een huis met een tuin, worden er de komende jaren vooral appartementen gebouwd. Dit beleid is zo ver doorgeschoten dat het niet meer aansluit op de vraag.
Weespersluis is volgens het EIB een voorbeeld van geslaagd bouwen in het weiland.
Dat blijkt uit een onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) naar woonvoorkeuren. De doorstroming op de woningmarkt komt door de mismatch minder goed op gang en dit is zeer nadelig voor starters op de woningmarkt, zegt directeur Taco van Hoek van het EIB.
Waarom sluiten woonplannen niet aan de woonwensen?
„De beleidsmakers vinden al een tijd dat binnenstedelijk bouwen de norm moet zijn en dat er zo min mogelijk moet worden gebouwd in het weiland. Vaak wordt daarbij gezegd dat dit ook aansluit bij wat huishoudens in de toekomst willen. Uit ons onderzoek blijkt echter dat er veel vraag zal blijven bestaan naar eengezinswoningen in groene omgevingen.”
Maar alleenstaanden zouden toch liever in een appartement in de stad zitten?
„Ook binnen deze groep woont 85% met hoger inkomen in een woning met een tuin. De voorkeuren hangen ook af van de gezinssamenstelling. Singles worden paren, die krijgen kinderen, waardoor men andere behoeftes krijgt. Als mensen zelf kunnen kiezen, dan prefereren de meeste een huis met een tuin. Dat geldt voor alle groepen, zo blijkt uit de analyse van het gedrag van mensen.”
Zijn er door de vergrijzing straks niet meer dan voldoende eengezinswoningen?
„Nee, en wij hebben dit ook meegenomen in de berekeningen. Door sterfte en vertrek naar verpleeghuizen komen er wel woningen vrij maar doorschuivende generaties zorgen ervoor dat vraag naar gezinswoningen per saldo duidelijk blijft toenemen. Overigens gaat het bij het toevoegen van extra eengezinswoningen in het groen nu ook weer niet om enorme aantallen die nodig zijn. ”
Maar we hebben 300.000 woningen tekort?
„Wij hebben meer woningen nodig, maar het woningtekort is een ongelukkig concept dat eigenlijk niets zegt over de spanning op de woningmarkt. Tekenend is dat dit tekort afgelopen jaar zou zijn gedaald, terwijl de huizenprijzen spectaculair zijn gestegen. Wij hoeven ook echt niet eerst 300.000 extra woningen te bouwen voordat de woningmarkt in evenwicht komt. Als wij er in slagen om jaarlijks bijvoorbeeld 15.000 extra woningen te bouwen bovenop wat demografisch nodig is, dan zal de woningnood de komende kabinetsperiode al merkbaar afnemen. Maar dat moeten wel de juiste huizen op de juiste locaties zijn, anders blijft de spanning bestaan.”
Hoe kan de doorstroming op gang komen?
„De bestaande plannen moeten dan worden aangevuld met groene woonlocaties met een stevig accent op gezinswoningen. Dan komt de doorstroming op gang. Die is essentieel voor starters: 90% van de kopers onder hen start in een bestaande woning. Wij moeten de huishoudens die nu in starterswoningen wonen dus een volgende stap kunnen laten maken. Dat zorgt voor veel extra aanbod voor starters.”
De verhuurderheffing gaat omlaag en er komt extra geld voor gemeenten.
„Het is een misvatting dat de woningnood vooral met extra geld kan worden opgelost. Je kan de verhuurderheffing voor de corporaties afschaffen, maar de overgrote meerderheid van de corporaties heeft voldoende middelen om ook bij de bestaande verhuurderheffing genoeg huizen te kunnen bouwen. Ook is het vreemd dat er extra subsidie via een woningbouwimpuls nodig zou zijn na de spectaculaire huizenprijsstijgingen. Geld is niet de sleutel om de woningnood op te lossen, voldoende geschikte locaties is waar het om draait.”
Waarom beginnen de gemeenten niet met bouwen?
„Zij die willen bouwen worden gehinderd door beleid van provincies en het Rijk. Die laatste werkt bouwen in het groen tegen met regelgeving. Provincies staan ook sterk op de rem, omdat zij zichzelf vooral zien als hoeder van het landschap. Het is jammer dat niet wordt ingezien dat mooie groene woonomgevingen juist een verrijking van de omgeving kunnen zijn..”
Overheden zitten zichzelf dwars?
„De allesoverheersende gedachte is dat woningbouw via verdichting in al dichtbebouwd gebied moeten worden ingepast. De problemen die dit oplevert worden miskend en vervolgens afgewenteld op de belastingbetaler. Of marktpartijen krijgen de schuld: ontwikkelaars die bepaalde woningen maar niet zouden willen bouwen of beleggers die kopers van de markt zouden duwen. Nu komt zelfs de roep op dat mensen met grote woningen anderen in huis zouden moeten nemen om de woningnood op te lossen. Het is toch eigenlijk triest dat dit soort verhalen blijkbaar nodig zijn omdat men niet één procent van de landbouwgrond wil bebouwen.”