Bouw-ceo’s bevreesd voor 2020: ‘Er is gewoon behoefte aan 75.000 woningen. Op deze manier komen we er niet’
Niet alleen de bouw, ook een groot deel van de rest van de economie dreigt lamgelegd te worden door de stikstof- en PFAS-normen, waarschuwen ceo’s van de grootste bedrijven. Ze pleiten voor een overgangsperiode. “Je kan niet in één keer op de noodrem gaan staan.”
“De bereikbaarheid neemt af, de woningnood zwelt aan, de economische groei van bedrijven daalt, omdat je de bedrijfshuisvesting niet kunt realiseren”, schetst Ton Hillen, bestuursvoorzitter van Heijmans, de gevolgen van het huidige beleid rond stikstof en PFAS. “Je hebt een overgangsperiode nodig. Anders leg je de economie stil. Pappen en nathouden kan niet.”
Rob van Wingerden, bestuursvoorzitter van BAM, hekelt net als Hillen de big bang die plaatsvond na de stikstofuitspraak door de Raad van State. Duizenden projecten vielen stil. “We weten allemaal dat we de uitstoot van CO2 en stikstof moeten verminderen. Maar om dat nu van de ene op de andere dag te doen, van alles naar niets, dat vind ik een voorbeeld van een transitie niet goed managen.”
Overheid is in een kramp geschoten
Bart van Breukelen, ceo van TBI, had het verstandiger gevonden als de overheid over PFAS had gezegd: ‘Beste mensen, u leeft al tien jaar tussen het spul. We gaan een jaar nadenken over de oplossing, u hoort van ons.’ “Je kan niet in één keer op de noodrem gaan staan. De overheid is in een kramp geschoten. Het is bitter dat de bouw daar de dupe van is.”
“We moeten ervoor opletten dat het middel niet erger is dan de kwaal”, vult Van Wingerden aan. “De politiek is gericht op de korte termijn, we hebben behoefte aan een langetermijnvisie met concrete eerste stappen die de noodzakelijke transities gecontroleerd vormgeven. Een internationale aanpak.”
Verwarring bij regionale overheden
De topmannen zeggen dat in een vooruitblik op 2020. Allen wijzen op de grote onzekerheid en onduidelijkheid die er ondanks de spoedwet rond stikstof, die 17 december door de Eerste Kamer werd aangenomen, blijft hangen. Sommigen voelen de projectvertragingen al aan den lijve, anderen vrezen gaten in de toekomstige bouwproductie, dus omzetverlies.
Van Wingerden zat twee maanden geleden samen met Hillen en Van Breukelen tegenover premier Rutte aan tafel in het Catshuis: “Ik heb tegen Rutte gezegd: ‘Laten we de tijd benutten om de uitvoerbaarheid goed te regelen.’ Want als de lagere overheden nog steeds niet durven omdat ze bang zijn dat ze iets verkeerds doen, dan krijgen we nog steeds vertraging. Ik acht het reëel dat die uitvoerbaarheid niet zomaar makkelijk tot stand komt. Dat zou het volgende probleem kunnen worden. Hopelijk zorgt de wet niet voor nog meer verwarring bij regionale overheden met het effect dat er nog steeds geen vergunningen komen. Er is gewoon behoefte aan 75.000 woningen. Op deze manier komen we er niet.”
Dat vertrouwen heeft Van Breukelen ook niet. “We gaan niet in de buurt komen van de 75.000 woningen.”
Grote uitstroom van vaklieden: dat kan de bouw niet hebben
Volgens Hillen ligt een grote uitstroom van vaklieden uit de sector op de loer. “Dat hebben we tijdens de crisis met 100.000 mensen gehad. Je ziet welke problemen dat vandaag de dag genereert. Dat moeten we echt met alle macht zien te voorkomen. Wij kunnen als sector niet hebben dat er weer een hoop kennis en handwerk uit onze sector verdwijnt. Dat zou desastreus zijn.”
Toch houdt Job Dura, topman van Dura Vermeer, ondanks de vertraagde infraprojecten waar het bedrijf tegenaan loopt, de moed erin. “Ik ben gematigd positief. De economie draait goed en er blijft een structurele vraag naar woningen. Niet alleen goedkoop en middelduur, maar ook het wat duurdere segment.”
“Als je ontwikkelportefeuille goed gevuld is, dan heb je minder last van de stikstofproblemen”, merkt Dura. “Maar het verkrijgen van nieuwe locaties is wel steeds meer een zoektocht, en helemaal om het rendabel te maken. Ook zien we de verkoopsnelheid afnemen. Je moet dus oppassen dat je niet te dure woningen ontwikkelt. Op goede plekken zijn er nog goede kansen. Maar het dure segment is heel erg dun.”
De toekomst is hartstikke onzeker
“Eigenlijk zit de bouw op een “bijzonder kruispunt”, vindt Hillen. “Bouwbedrijven hebben best redelijk gepresteerd afgelopen jaar volgens mij. Maar de toekomst is hartstikke onzeker. Iedereen wil dat de bouw innoveert en industrialiseert. Leuk, maar dat kun je alleen als je een continue werkstroom hebt. Ik durf te zeggen: alle bouwbedrijven zijn bezig het aantal uren on site terug te brengen en prefabricage en industrialisatie meer handen en voeten te geven. Maar als je geen continuïteit hebt, kun je niet investeren. Dat zijn economische wetten.”
Elektrisch materieel gebruiken, zoals nu wordt aanbevolen in het eerste rapport van Remkes, lijkt eenvoudiger dan het is, waarschuwt Hillen. “Stikstof-issues zijn er alleen in Nederland en Noorwegen. Maar de materieelmarkt is een wereldmarkt.” Dus een grote markt voor elektrisch heien en hijsen is er niet. Bovendien: “Als je twee jaar geleden een grote conventionele heistelling hebt gekocht schrijf je die niet in drie jaar af. Dat is eerder tien tot vijftien jaar.”
Verplicht gasloos bouwen is achteraf een zegen
Hillen had het vorig jaar niet kunnen bedenken, maar de keuze om in Nederland versneld gasloos bouwen per 1 juli 2018 in te voeren, is achteraf “een zegen”. “Ik ben zelf kritisch geweest over versneld gasloos bouwen. Dat betekende dat we voor ons Huismerk-woning alle industriële processen hebben moeten aanpassen. Dat zorgde voor een paar maanden vertraging. Ik moet eerlijk zeggen dat ik nu blij ben dat het besluit toen genomen is, want door gasloos te bouwen heb je in de gebruiksfase geen stikstofuitstoot meer. Het helpt zeker om woningprojecten sneller te starten.”
“Bouwers zullen creatiever om moeten gaan met het stikstofbeleid”, meent Dura. Hoe? Door te zoeken naar compensatie, door met minder stikstofuitstoot te bouwen, en andere keuzes te maken als het gaat om bouwmaterieel en logistiek. “De oude situatie keert niet terug. Als branche zullen we ons daarop aan moeten passen.”
Bouwkosten vlakken af door krimp aantal opdrachten
De topmannen zien als onverwacht voordeel van de naderende daling van de bouwproductie dat de stijging van de bouwkosten in 2020 zal “afvlakken”. Onderaannemers zullen door de stikstof- en de PFAS-problematiek “williger” zijn om werk aan te nemen, verwacht Van Breukelen. Het aanbod aan opdrachten is immers schaarser waardoor meer concurrentie ontstaat. “Dat zou voor de inkoop gunstiger kunnen zijn.”
De prijzen zouden kunnen dalen en ook de beschikbaarheid van onderaannemers en bouwmaterialen neemt toe. “Je kan bijvoorbeeld sneller heipalen krijgen”, voorziet de TBI-ceo. “Als de oververhitting ervan afgaat, zou dat goed zijn”, vindt Van Wingerden. “Je moet alleen oppassen dat je niet de andere kant op doorslaat.”
Gebouwen van hout gewilder
Kansen in het nieuwe jaar liggen er volgens de topmannen vooral op het gebied van innovatie en duurzaamheid. TBI ziet de belangstelling voor houten gebouwen toenemen. “Gemeenten vragen er meer naar”, zegt Van Breukelen. Zelf heeft TBI twee houtbouwprojecten op zijn naam staan: de woontoren HAUT en de Triodos-bank. Job Dura verwacht dat BIM-robots voor het opmeten van gebouwen een opmars maken. “Je krijgt minder faalkosten en kan efficiënter werken.”
Bron: Cobouw.nl 07 september 2020