– Drenthe Kiest met Pepijn Vemer van D66 over de problemen op de woningmarkt (Rechten: RTV Drenthe)
Ben je op zoek naar een koophuis in Zuidlaren, dan kun je op dit moment uit acht woningen kiezen. Meer staat er simpelweg niet te koop, als het gaat om bestaande woningen. “Het is gekkenwerk”, zegt Arne Blaauboer van Lamberink Makelaars in Zuidlaren.
In de hele gemeente Tynaarlo staan nu 37 huizen in de verkoop. “Ik heb dit nog nooit meegemaakt”, vertelt Blaauboer. “Er is veel vraag, maar er staat weinig te koop.”
Kortom: krapte op de woningmarkt. Over één ding zijn de vijf grootste politieke partijen het eens. Om dat probleem op te lossen moeten er huizen gebouwd worden. CDA en D66 willen 1 miljoen nieuwe huizen bouwen, PvdA wil dat er jaarlijks 100.000 nieuwbouwwoningen bijkomen. En ook VVD, SP en PVV vinden dat er meer gebouwd moet worden.
1 miljoen woningen, waar komen ze?
Pepijn Vemer uit Eelderwolde merkt als wethouder volkshuisvesting en wonen in Tynaarlo en als kandidaat voor de Tweede Kamerverkiezingen ook het tekort aan huizen. Er moet dus gebouwd worden, maar waar? “Waar ze precies komen, lijkt mij handig om aan de gemeente zelf over te laten. Ik zou liever gaan herstructureren dan uitbreiden. Daar is wel extra geld voor nodig.”
Daar bedoelt hij mee dat er in bestaande wijken, nieuwe woningen worden gebouwd. “En dan kunnen we ook nadenken over het aanpassen van de bestaande woningen en wat er echt nodig is. Huishoudens worden kleiner, dus dan heb je ook ander soort woningen nodig.”
Regie terug naar het Rijk
Naast bouwen willen de grootste partijen dat de politiek weer meer te zeggen krijgt over de woningmarkt. Zo schrijven PvdA, PVV en SP in hun partijprogramma’s dat er een ministerie of minister moet komen die over wonen gaat.
Ook D66 ziet dat zitten en pleit voor één ministerie van wonen, ruimtelijke ordening en milieu. Maar is het wel wenselijk dat Den Haag bepaalt waar de huizen hier in Drenthe komen? Pepijn Vemer: “Het gaat er volgens mij om dat we alle oplossingen en kennis bij elkaar brengen. Zodat we dat allemaal op een plek hebben. Een minister van wonen kan ook veel betekenen in het coördineren.”