De belegging blijft achter bij de aandelenrecords op Wall Street. Maar investeren in landbouwgrond troeft spaarrentes af. Het oudste Nederlandse beleggingsfonds vaart er wel bij. Zeker nu er meer grond nodig is voor woningbouw.
Rhoon, Pendrecht en Cortgene (RPC) werd in 1916 opgericht. Als actief beheerd fonds met een omvang van € 90 miljoen dankzij 2000 hectare Nederlandse grond bood RPC beleggers in 2015 nog 5% rendement. Dat is afgelo pen vijf jaar de bodem ge – weest; in 2013 boekte het 8% rendement.
ASR Vastgoed Vermo gensbeheer (3% rende ment in2015) en Fagoed Erfpacht, dat het jaarrendement niet vermeldt, zijn concurrenten. Maar RPC is als enige toegankelijk voor de particuliere belegger (vanaf €100.000). Het rendement van de honderdjarige is stabiel en dat trok afgelopen jaren beleggers die landbouw grond als stabiele basis van hun portefeuille zagen. RPC concentreert zich op de polders, vooral in zuidwest Nederland, ‘landelijk onroerend goed’. Het koopt er land bouwgrond, vrijwel uitsluitend voor akkerbouw en dan vooral voor aardappelen en bieten. Vervolgens geeft het die grond in pacht of erfpacht uit.
RPC heeft de wind in rug. “Oudere boeren kampen met de overdracht van hun bedrijf. Kinderen willen hen vaak niet opvolgen. Het aantal akkerbouwers neemt sowieso af en voor de boer is het niet al tijd makkelijk krediet bij de bank te krijgen voor het kopen van grond van de buur-boer”, zegt Frederik van Beuningen, de rasbelegger die RPC namens zijn onderneming Teslin beheert.
“Wij zagen daar de kansen.” Faillissementen doen zich vooral onder boeren met varkens, kippen of koeien voor. In ‘grondgebonden landbouw’ is bankroet eerder uitzondering. RPC kreeg onder Teslin andere beleggers aan boord, hoewel 40% nog in handen is van de oude families. Een aantal goede doelen stichtingen investeert erin. “Beleggen in landbouwgrond is de laatste jaren sterk geprofessionaliseerd”, zegt Van Beuningen. Maar wij zoeken wel aandeelhouders die bij ons passen, die de lange termijn waarderen. Tegelijkertijd kunnen we als fonds niet zonder goed contact met de boer en rentmeesters. Als we kopen, ga ik waar mogelijk bij de boer en rentmeester zelf langs. Dat past bij ons, het geeft extra kennis, zegt hij. ‘Er wordt veel aangeboden, maar we kopen zeker niet alles. Het land moet strategisch liggen. Naast de pacht kan er ook extra waardegroei zijn als de bestemming wordt aan gepast tot een woninglocatie of als bedrijfsterrein. De grond moet goed rendement opleveren.”
De Nederlandse agrarische sector is wereldwijd sterk dankzij goed contact met wetenschapsinstituten, rentmeesters en bedrijven als Friesland – Campina en Danone. Nederlandse boeren zijn bovendien bereid te investeren in vernieuwingen. In aantal hectare kan Nederland niet tippen aan de Amerikaanse akkerbouwer, maar met hun productiviteit en kennis staan de polderboeren in de top.
Van Beuningen: “Nederlandse grond is niet de goedkoopste. Omdat boeren blijven investeren is de belegging wel waardevast en troeft de grond de inflatie af. De inkomsten uit erfpacht zorgen dan ook komende jaren voor behoorlijk rendement.”