Skip to content

STAATSBOSBEHEER TREKT BOUWEN IN HET GROEN UIT TABOESFEER

Staatsbosbeheer wil woningbouw in minder belangrijke natuurgebieden mogelijk maken. Het gaat bijvoorbeeld om natuurgebieden aan de rand van de stad die nu nauwelijks toegankelijk zijn voor recreanten. Dat stelt de bos- en natuurbeheerder op BNR. De voorwaarde is wel dat deze woningen een positieve bijdrage leveren aan de natuur. ‘Eigendomsgrenzen zijn niet heilig’, zegt Robert Graat van Staatsbosbeheer. Met deze stap zoekt Staatsbosbeheer nadrukkelijk de samenwerking met projectontwikkelaars. Volgens Graat heeft zijn organisatie vele tienduizenden hectaren grond aan de rand of in de buurt van steden in bezit. Een deel van deze gebieden wordt slecht onderhouden of is moeilijk toegankelijk voor bezoekers. Bovendien gaat het volgens Staatsbosbeheer nooit lukken om alle woningen in de stad te bouwen. Daarom zou er ook gekeken moeten worden naar locaties buiten de stad. De bouw van woningen in minder belangrijke natuurgebieden aan randen van steden draagt bij aan het doel om 1 miljoen woningen te bouwen vóór 2030. Daarnaast is de overtuiging dat de woningen waardeverhogend zijn voor deze natuurgebieden.

Staatsbosbeheer is in gesprek met projectontwikkelaars in verschillende delen van het land, onder meer in Krommenie. Daar wordt gewerkt aan een een wijk van ruim 200 woningen. Ook in Haarlemmermeer en Purmerend lopen gesprekken tussen Staatsbosbeheer en projectontwikkelaars. De woonwijken moeten de natuurgebieden beter bereikbaar maken. Het geld dat projectontwikkelaars betalen voor het gebruik van (een deel) van de percelen kan gebruikt worden voor het herstellen van natuurgebieden. Staatsbosbeheer benadrukt dat de woningen niet ten koste gaan van beschermde natuur zoals Natura 2000-gebieden.

Jan Fokkema, directeur van de vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen, zit al langere tijd aan tafel met Staatsbosbeheer. ‘We zullen naar buiten moeten en natuur-inclusief moeten bouwen. Met die verouderde groene gebieden kunnen we nog veel meer kwaliteit realiseren.’

Back To Top