Skip to content

Tweede Kamer wil sneller, meer woningen bouwen, maar hoe dan?

fd.nl – Martine Wolzak, 16 oktober 2023

In het kort

  • Deze week debatteert de Tweede Kamer over de begroting van Volkshuisvesting voor volgend jaar.
  • Alle politieke partijen maken zich grote zorgen over de haperende bouw van nieuwe woningen.
  • Concrete stappen om dat aan te pakken, komen waarschijnlijk pas bij de formatie.

Alle politieke partijen maken zich grote zorgen over de haperende bouw van nieuwe woningen. En op de bureau’s in het Tweede Kamergebouw liggen stapels ideeën, moties en amendementen om woningbouw te stimuleren. Het doel van 100.000 nieuwe woningen per jaar is immers politiek onomstreden. Over hoe daar te komen zal het deze week volop gaan bij de behandeling van de begroting van Volkshuisvesting met demissionair minister Hugo de Jonge (CDA).

‘De woningbouw is het meest urgent’, zegt ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis. ‘Die dreigt langdurig op een veel lager pitje komen te staan’. Samen met de Partij van de Arbeid en GroenLinks zal hij een amendement, een wijziging op de begroting, indienen om projectontwikkelaars een doorbouwgarantie te bieden. Zij kunnen dan gaan bouwen, ook als er nog relatief veel woningen niet zijn verkocht. Vorige week kreeg een motie van die strekking al de steun van een Kamermeerderheid.

‘Ik denk dat dit de belangrijke discussie wordt: we hebben €350 mrd nodig om 900.000 woningen te bouwen’, zegt ook VVD’er Peter de Groot, die ziet dat er steeds meer woningbouwprojecten ‘on hold’ gaan. ‘We hebben vooral meer programma’s, meer beleid en meer regels gekregen. Helpt dat nou eigenlijk de woningbouw?’, vraagt hij retorisch. Zijn partij heeft inmiddels afstand genomen van de regulering van middenhuren die De Jonge voorstelt, waartegen de VVD zich als coalitiegenoot niet openlijk kon verzetten. Die regulering staat echter bij het debat niet officieel op de agenda, het wetsvoorstel ligt nog bij de Raad van State.

Somber beeld

De crisis op de woningmarkt is een van de onderwerpen waarover Nederlanders zich in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van november het meest zorgen maken: of zij zelf wel een betaalbare woning kunnen vinden, of hun kinderen zelfstandig kunnen gaan wonen, wat er met de hypotheekrente gaat gebeuren, of met de huurprijzen. En de voortekenen zijn niet gunstig.

De stijgende rente, hoge bouwkosten en onzekerheid over het overheidsbeleid zorgen ervoor dat naar verwachting dit jaar niet — zoals de bedoeling was — meer, maar minder huizen worden gebouwd dan vorig jaar. En afgaand op de verleende vergunningen zijn de vooruitzichten voor 2024 en 2025 ook somber: de aantallen nemen af, in plaats van toe — wat wel moet om aan de ambities van 900.000 nieuwe woningen te voldoen.

Kleine aanpassingen

Toch zal het deze week waarschijnlijk blijven bij relatief kleine aanpassingen van het beleid. De Jonge trekt zelf extra geld uit voor de zogeheten startbouwimpuls van €300 mln om vastgelopen woningbouwprojecten vlot te trekken, en de kans is groot dat het genoemde amendement voor de doorbouwgarantie een meerderheid haalt.

Maar het kabinet is demissionair en partijen bereiden zich voor op de verkiezingen. De harde noten — wat te doen met regulering van de middenhuur, moet er extra geld bij voor nieuwbouw, en wie profiteert van waardestijging van grond na een bestemmingswijziging — zullen partijen doorschuiven naar de formatie. Wat deze week gezegd wordt over de woningmarkt ‘bindt wel’, zegt PvdA-Kamerlid Henk Nijboer echter. ‘Met uitspraken in dit debat kunnen partijen voorsorteren voor de formatie’.

Twee van de koplopers in de peilingen zullen daar niet bij zijn, naast de BBB doet ook Nieuw Sociaal Contract (NSC) van Pieter Omtzigt niet mee aan het debat. Omtzigt zit nu nog als eenpitter in de Kamer, en heeft beperkte spreektijd en fractieondersteuning omdat hij formeel een afsplitser is. Het thema wonen gaat volgens de woordvoerder van de partij — en nummer twee op de kieslijst — wel een belangrijk onderdeel worden in het nog te verschijnen verkiezingsprogramma van NSC. Maar op wat daarin dan komt te staan, kan Nicolien van Vroonhoven nog niet vooruitlopen.

Straatje erbij

Dat de BBB, nu met vier Kamerleden, er niet bij is, zegt niets over het belang dat de partij aan het onderwerp hecht, zegt Henk Vermeer, afgelopen jaren de woordvoerder van BBB en nu de nummer vier op de kandidatenlijst. ‘We zijn een kleine fractie en hebben beperkte spreektijd voor de begrotingsbehandelingen, dan kan je niet overal bij zijn. Maar het is niet voor niets dat het hoofdstuk over wonen helemaal voor in ons verkiezingsprogramma staat.’

De BBB aarzelt nog over de regulering van middenhuren, woningen die nog tot de vrije sector behoren. ‘Als projectontwikkelaars daardoor stoppen met bouwen, lossen we voor woningzoekenden niks op’, zegt Vermeer, die eerst nader onderzoek wil.

In aanloop naar het debat omarmde De Jonge al een plan van het Economisch Instituut voor de Bouw, ‘overal een straatje erbij’. Kleinschalige woningbouwprojecten worden makkelijker te realiseren. Populair bij zijn eigen partij, maar ook bij de BBB.

D66 vindt dat er niet alleen een straatje erbij moet, ‘maar ook een laagje erop’, zegt Kamerlid Faissal Boulakjar. ‘Als ik mijn eigen Breda om mij heen kijk dan zie ik zo veel plaatsten waar er best een verdieping bovenop kan’. Het zogeheten ‘optoppen’ is in korte tijd razend populair geworden in politiek Den Haag. D66 denkt dat het wel 100.00 extra woningen kan opleveren, zonder dat daarvoor veel nieuwe beleid nodig is. En het geeft ‘geen gedoe’ met de te hoge grondprijzen.

PvdA’er Nijboer kijkt vooral naar de corporaties en pensioenfondsen om meer huurwoningen te gaan bouwen. Daarvoor zou de winstbelasting voor corporaties moeten verdwijnen. ‘Dat is wat mij betreft de nieuwe verhuurdersheffing’. Daar horen dan wel stevige afspraken tegenover te staan over het daadwerkelijk bouwen van nieuwe woningen. Want ook bij corporaties vallen die aantallen nog tegen.

Minder vergunde nieuwbouwwoningen

Aantal nieuwe vergunningen per kwartaal (x1000). Laatste kwartaal opnieuw gedaald ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.

Back To Top